Het mes gaat in de Jeugdzorg

BREDA – In januari wist de regionale media te melden dat de Jeugdzorg in Breda razendsnel op de schop zou gaan, maar dat er nog zo’n 101 blinde vlekken zouden zijn. Tevens ging men van het standpunt uit dat “ … de zorg voor het kind voorop moet komen te staan … “ Hiervoor zouden de zorgaanbieders meer ruimte krijgen.  

Jeugdhulp
Volgens de regionale media zal de toegang tot jeugdhulp vanaf 2023 iets strenger gaan worden. Daarnaast zou dan komen te staan dat kinderen met problemen, die eenmaal binnen zijn, sneller en efficiënter geholpen zouden worden. Dit kwam voort uit de wens van de gemeenten Breda, Oosterhout, Drimmelen, Geertruidenberg en Altena om de Jeugdzorg te verbeteren. Deze gemeenten hebben daartoe de hulp ingeroepen van de 240 jeugdzorgaanbieders in het gebied.  

De vraag hierbij is – en daar is vaker over geschreven – of dat ‘de verbetering’ de enige of belangrijkste reden is om de Jeugdzorg uit de slop te trekken. Zo zijn er vele gemeenten geweest die gaten in de begroting hadden en die deze gestopt hebben met geld voor de Jeugdzorg. Subsidiegelden die binnenkomen voor Jeugdzorg, zijn namelijk niet gelabeld en kunnen dus overal voor gebruikt worden. Er zouden zelfs gemeenten zijn geweest die het geld voor Jeugdzorg helemaal niet voor Jeugdzorg hebben gebruikt, maar bijvoorbeeld voor het dichten en asfalteren van lokale en regionale wegen of het plaatsen van lantaarnpalen. 
Daarnaast heeft de fractie van D66 in de gemeente Almere aangegeven dat de Jeugdzorg op de schop moet en dat niet alles zo maar onder Jeugdzorg geplaatst moet worden. Het zouden gewoon opgroeiproblemen zijn, die op de normale manier opgelost moeten worden. 

En zo moddert Nederland maar door met de Jeugdzorg en ondertussen zijn de jongeren, de kinderen de dupe van het gebrek aan een fatsoenlijk Jeugdzorgbeleid.
In het artikel van januari ging het met name over kostenbeheersing. De media gaf aan dat de invulling van het beleid nog niet vast zou staan, maar dat het belangrijkste uitgangspunt moet zijn, dat het kind weer centraal komt te staan. Volgens de mensen die het kunnen ‘weten’, was men de laatste jaren teveel gericht op kostenbeheersing en op regels.    

En ook hier komt de vraag boven borrelen of men dit niet eerder had kunnen zien aankomen. Het heet niet voor niets ‘Jeugdzorg’ en geen ‘Regelzorg’. In Nederland staat altijd de regel, de procedure, de wetgeving op 1 en dan komt pas de menselijke maat – als die überhaupt wel komt -. Het is bekend bij de Belastingdienst, het is bekend bij de IND en het is bekend bij Jeugdzorg. Nederland is te ver doorgeschoten in regeltjes en commercie. Want tenslotte moeten de aandeelhouders eerst verdienen, voordat er naar de menselijke maat gekeken wordt of gekeken mág worden. 

Drie maanden later 
Amper drie maanden later komt er een volgend bericht uit hetzelfde gebied. Niet bekend is of de gemeenten een gesprek zijn aangegaan met de 240 zorgaanbieders, maar in ieder geval gaan de gemeenten drastisch snoeien in de Jeugdzorg. Vanaf 2023 wordt het aantal zorgaanbieders teruggebracht van 240 naar maximaal 20.    
Volgens de media zou de aanleiding tot de maatregel van schrappen van zorgaanbieders, het explosief gestegen aantal kinderen en jongeren zijn dat gebruik maakt van de Jeugdzorg. Daarom zouden de uitgaven vorig jaar zijn gestegen tot 63 miljoen euro. 

Met het snoeien in het aantal zorgaanbieders denken de gemeenten dat de uitgaven naar beneden gaan. 
Door het ‘verlagen’ van 240 naar 24 aanbieders gaan – en dat is nu al op een briefje aan te geven – de kosten niet naar beneden. Sterker nog, er zal wat anders gaan gebeuren. De kosten zullen omhoog gaan. Dat zal gaan gebeuren doordat 1. de kleine aanbieders niet meer mee kunnen doen; 2. de grote aanbieders krijgen het steeds drukker; 3. de grote aanbieders zullen meer moeten gaan verdienen; 4. de grote aanbieders zullen meer personeel aan moeten gaan nemen; 5. de kinderen en jongeren die zich melden, moeten langer wachten; 6. de wachtlijsten zullen langer worden.   

In het gebied van de gemeenten Breda, Oosterhout, Drimmelen, Geertruidenberg en Altena (samenwerkend in de Jeugdzorg onder de naam Regio West-Brabant Oost) hebben in 2021 ruim 10.000 jongeren Jeugdzorg ontvangen. Meer dan 80 procent hiervan was voor ambulante hulp (bijvoorbeeld bij autisme of opvoedondersteuning). 
Volgens de gemeenten is bezuinigen niet de belangrijkste reden om de Jeugdzorg op de schop te gooien. Alles moet beter en efficiënter – ook al zo vaak gehoord – en dat kan volgens deze gemeenten met minder zorgaanbieders. 
Kleine zorgaanbieders kunnen maar één of twee vormen van Jeugdzorg aanbieden. Op het moment dat er andere zorg nodig is, moet men naar een andere zorgaanbieder. En hier zit dan weer het probleem van de administratieve rompslomp

Echter dit hebben de Rijksoverheid, de gemeenten en de zorgaanbieders zelf gecreëerd. Op het moment dat er een goed op elkaar afgestemd (digitaal) systeem zou zijn – door ieder te gebruiken en in te zien -, zou de administratieve rompslomp opgelost zijn. 
De oplossing ligt hem dus in een aantal zaken. Een aantal zaken zijn: 1. een digitaal dossier die door een ieder in te zien en te gebruiken is; 2. Jeugdzorg niet vercommercialiseren; 3. de gelden voor Jeugdzorg labelen; 4. de menselijke maat in de Jeugdzorg hanteren; 5. maar het belangrijkste is een onderzoek naar waarom zoveel kinderen Jeugdzorg nodig hebben, zonder meteen te gaan versoberen, zoals de D66 fractie Almere aangeeft. 

(Bronnen: PZC, BN de Stem, Onafhankelijke Burger Journalistiek)

Henny A.J. Kreeft
Onafhankelijke Burger Journalistiek

© Khamakar News Agency / 20.04.2022 

Plaats een reactie

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag