Geen hoger beroep tegen Cornelius Haga Lyceum

Volgens demissionair minister van Onderwijs Slob (ChristenUnie) was er op het Amsterdamse Cornelius Haga Lyceum sprake van een ontoereikend burgerschapsonderwijs en een financieel wanbeheer. Daarom had de minister de opdracht gegeven om het bestuur te vervangen. In januari 2020 was de minister reeds teruggefloten door de rechter, waarna de minister aankondigde in hoger beroep te gaan. Afgelopen week heeft hij aangegeven de procedure van het hoger beroep te staken. 

Cornelius Haga
Een Nederlandse rechtsgeleerde uit Schiedam, Cornelis of Cornelius Haga,  arriveerde in 1612 in Constantinopel (tegenwoordig Istanbul) met een missie van een land wat nog niet zo lang bestond en zeker niet overal erkend werd. En dat was de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Hij is daar de eerste diplomatiek vertegenwoordiger geworden van de Republiek, in het economische machtscentrum van de Islamitische wereld. Zijn primaire doel was om de banden te versterken met de kalief van het Ottomaanse Rijk, kalief Ahmed de Eerste.
Haga heeft de grondslag gelegd voor diplomatieke betrekkingen en er werden tal van consulaire posten binnen het Ottomaanse Rijk opgericht, vooral in de belangrijkste havens en handelscentra.  

De Republiek der Verenigde Nederlanden was rond die tijd al zo’n veertig jaar in oorlog met de koning van Spanje. Dit ging om politieke, economische en vooral religieuze onafhankelijkheid. In het Ottomaanse Rijk konden – naast Moslims – ook mensen met een andere levensbeschouwing hun leven inrichten zoals hun (religieuze) regels dat voorschreven. De Nederlanders kregen zelfs voorrechten en beperkt zelfbestuur. Men hoopte op de steun in de vrijheidsstrijd tegen Filips de Tweede.Deze laatste wilde dat Nederland katholiek zou blijven en dat andere religies zouden verdwijnen uit zijn rijk. De Nederlandse vrijheidsstrijders droegen toen zelfs Islamitische leuzen en symbolen. 

Cornelius Haga Lyceum 
De naam is tevens te vinden op een lyceum in Amsterdam: Het Cornelius Haga Lyceum. Het team van het Lyceum streeft naar hoogwaardig voortgezet onderwijs op Islamitische grondslag die voor eenieder toegankelijk is. Het onderwijs moet tot stand komen in een veilige, respectvolle en stimulerende leeromgeving waar leerlingen in hun kracht worden gezet en voorop de kans krijgen hun talenten te ontplooien en zich optimaal te ontwikkelen  (Woorden uit de Missie).  
Daarnaast wordt er gestreefd naar een beheerste groei en stelt daarbij het belang van onderwijs en de leerlingen voorop. Kleinschaligheid en integriteit zijn de sleutelwoorden die de komende jaren centraal staan in ons streven naar de missie van het Cornelius Haga Lyceum (Woorden uit de Visie).

School onder vuur
Deze school heeft de afgelopen jaren constant onder vuur gelegen. In 2020 werd het gebouw beklad met leuzen ‘Weg coupplegers’ en ‘School verkocht’.  Echter belangrijker in die tijd was de zogenaamde doorgedrukte aanstelling van ene Saskia Grotenhuis als ‘toegevoegd directielid’.  Deze dame had een korte en specifieke opdracht “ … breng de huidige situatie op het gebied van onderwijs, personeel en organisatie in kaart, prioriteer de uitdagingen en doe een voorstel voor een plan van aanpak … “ Mevrouw Grotenhuis zou de juiste ervaring en expertise hebben. Wat er gemist werd bij deze aanstelling is of mevrouw ook de Kernwaarden en met name de ‘Identiteit’ onderschreven heeft. Want daar staat dat het Lyceum zijn grondslag en bestaansrecht vindt in de Islam.

Ook in eerdere artikelen is gesproken over de aanvallen op het Cornelius Haga Lyceum. Zo zijn er in 2020 opiniestukken te vinden, die direct de heer Atasoy aanvielen, opiniestukken die spraken over ‘haatprediker’, ‘puinhoop bij het Lyceum’, ‘school die op alle fronten faalt’,  om tenslotte nog een artikel te vinden in een landelijke krant over  “ … De Chaos compleet bij Haga Lyceum … “.
De vraag hierbij is natuurlijk heel gemakkelijk: spreekt men over feiten en heeft men gekeken naar de achtergrond van de school of is het gewoon een aanval omdat het een Islamitische school is?

Kijkend naar de wet, met name artikel 23 van de Grondwet, kan er opgemerkt worden dat de oprichters het recht hadden de school op te richten, echter art 23 van de Grondwet, lid 1 en 2,  zegt dat de overheid de taak heeft onderzoek te doen naar de personen die lesgeven. Lees lid 2: ‘onderzoek naar de bekwaamheid en de zedelijkheid van hen die onderwijs geven’. Dat is dus niet de directeur, als hij geen les geeft, dat is niet het bestuur, niet de voorzitter van het bestuur, de conciërge of de telefoniste en ook niet een of andere raad van de school, zolang ze geen les geven.
Tenslotte nog een artikel van 2019, waar wordt aangegeven dat de AIVD onrechtmatig opereerde bij het Cornelius Haga Lyceum. Er werd zelfs aangegeven dat een aantal gegevens uit het rapport van de AIVD niet of nauwelijks (onderbouwd) zijn.

Heden ten dage zegt Arie Slob dat de gronden om een hoger beroep door te laten gaan, niet langer meer van toepassing zijn. Het hoger beroep was volgens de minister nodig omdat de rechter had geoordeeld dat de minister aan de vrijheid van onderwijs had getornd. Maar ondertussen is de minister van mening dat het Lyceum voldoet aan zijn eis voor een nieuw dagelijks bestuur. De heer Söner Atasoy zou niet meer bij de school betrokken zijn en de school zou voldoen aan de wettelijke burgerschapsopdracht. 
In het artikel van het NRC wordt nogmaals aangegeven dat de school onder vuur kwam te liggen door de persoon van de heer Atasoy, mede door toedoen van het onderzoek van de AIVD. Deze organisatie gaf aan dat er banden met zogenaamde extremistische groeperingen zouden zijn geweest. De heer Atasoy is ontslagen, maar de vraag is of dit allemaal terecht is geweest, mede gezien de niet (helemaal) juiste gegevens van de AIVD in 2019. Met name de banden met de zogenaamde extremistische terreurgroep het Kaukasus Emiraat is volgens het AD ‘onvoldoende onderbouwd’. 

In een brief aan de Kamer geeft de minister aan bezorgd te zijn over de Stichting Islamitisch Onderwijs (SIO), waar het Cornelius Haga Lyceum ook onder valt. De minister heeft signalen gekregen van de Onderwijsinspectie over ‘misstanden in en om het bestuur’. Waar zouden die signalen nu weer opgebouwd zijn? De Islam geeft aan dat men niets moet zeggen of met keiharde bewijzen moet komen. Het wachten is op de ‘keiharde bewijzen’ van de Onderwijsinspectie. En anders wordt het weggeschreven als (wederom) aanvallen op de Islam. 

(Bronnen: Cornelius Haga Lyceum, Wikipedia, Onafhankelijke Burger Journalistiek, Krapuul, NRC)

Henny A.J. Kreeft
Onafhankelijke Burger Journalistiek

© Khamakar News Agency / 13.10.2021

Plaats een reactie

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag